Treinreizigers
Ze zijn in verschillende categorieën onder te verdelen, allemaal terug te vinden op de dagelijkse IC van Turnhout naar Brussel en vice versa. Het resultaat van een kleine veldstudie:
De toerist
Vaak gepensioneerd, nooit alleen. In het ergste geval in groep. Gepakt en gezakt, vaak gehuld in training, sportschoenen en heuptasje. Ze gedragen zich als kinderen op schoolreis die voor het eerst in hun leven een trein zien. Komen schijnbaar nooit buiten en moeten tijdens zo’n uitstap al hun energie kwijt.
Raken in paniek als ze niet met z’n vijftienen bij elkaar kunnen zitten op een spitsuurtrein. Houden hun (hand)tas altijd angstvallig op schoot, want deze trein rijdt naar Brussel, Sodom en Gomorra aan de Zenne.
De werker
Zit mails te typen op zijn/haar opengeklapte laptop of een centimeters dik pak papier door te nemen met een markeerstift in de hand. Meestal solitair. Kijkt met een zeker dédain neer op de klaplopers die deze waardevolle reistijd minder nuttig invullen.
De kaarter
Collega’s die elke dag niet alleen acht uur per dag met elkaar op kantoor zitten, maar ook nog eens de hele treinrit heen en terug samenklitten. Hoeven niet per se te kaarten, maar lullen aan één stuk door, meestal zeer luidruchtig, over niets. Gedragen zich als pubers op de laatste bank van de schoolbus. Staan te drummen bij het opstappen om toch maar allemaal bij elkaar te kunnen zitten. Hun erfvijand is dan ook de toerist. Beschouwen de trein als min of meer hun eigendom.
De lezer
Verwant aan de werker. Zit op heen- en terugreis in volkomen stilte te lezen in een dik boek, meestal een thriller, meestal uit de bib. Soms leest de lezer een tijdschrift, maar dat is eigenlijk een sub-soort.
De staarder
Doet absoluut niks behalve voor zich heen zitten staren, desnoods de hele rit. Bladert soms vluchtig door een Metro, maar houdt dit zelden langer dan een tiental minuten vol. Heeft meestal een lege, lethargische uitdrukking op het gelaat.
De slaper
Slaapt consequent ’s nachts een uur minder en haalt dat dan in op de trein. Nestelt zich aan het raam en verzinkt vervolgens in een diepe slaap. Bezit de wonderlijke gave om net voor het station van aankomst wakker te worden. Slapers die dat niet kunnen, zijn fake!
De student
Heeft altijd ca. 150 kg rugzak bij en installeert zich vooral in de halletjes. Soms waagt de student zich in de wagon zelf, de rugzak moeizaam voortslepend.
In groep te duchten, want dan vaak afkomstig van of op weg naar een festival. Gedraagt zich in dat geval opvallend gelijkaardig aan de kaarter.
De johnny
Heeft altijd een laptop bij en zit altijd naar een film of serie te kijken, zelfs al duurt de treinrit maar tien minuten. Draagt daarbij soms een hoofdtelefoon maar vaak ook niet. Lacht luidop indien de film of serie van het komische type is.
Kijkt schichtig op als je passeert, met een uitdrukking die zegt ‘heb je mijn beest van een laptop gezien?’
De vreemde eend
Hoort zichtbaar niet thuis tussen de verzameling pendelaars. Vaak een buitenlander op doorreis, soms ook een wat zonderling type die ‘ergens’ moet zijn. Knoopt vaak een gesprek aan, blijkt dan ofwel erg boeiend te zijn ofwel compleet geschift. Een combinatie van beide kan ook.
De vreemde eend valt vaak op doordat ‘ie angstvallig de stations telt en minstens één keer vraagt ‘Is dit de trein naar…’/’is this the train to…’