Dode bomen

Een moderne drukpers bij de Baltimore Sun

Het web is al meer dan twintig jaar oud, en onverminderd duurt de discussie voort: heeft papier nog een toekomst?

Het simpele antwoord op die vraag is: ‘ja, natuurlijk.’ Omdat ze altijd in heel vage en brede termen gesteld wordt. En dan heeft eigenlijk zowat alles, hoe verouderd en achterhaald ook, nog een toekomst.

Dus ga ik hier even uit een ander vaatje tappen, om de algemeenheden te doorbreken. De vraag die ik me dan eigenlijk stel, is: kan een nieuwe technologie een oude eigenlijk zomaar vervangen? En volgens mij is het antwoord op die vraag bijna altijd: ‘nee’. Er gebeurt altijd meer, er ontstaan nieuwe mogelijkheden en oude gaan verloren.

Ik geef een paar voorbeelden:

De koets zonder paarden

Er is in onze contreien niemand meer die paard en kar gebruikt als vervoermiddel in het dagelijkse leven. Die rol is overgenomen door auto’s, vrachtwagens en treinen. Maar er is meer gebeurd. We zijn een volk van pendelaars geworden en wonen courant tientallen kilometers van de plek waar we werken. We gaan niet meer elke dag langs de slager en de kruidenier, maar één keer per week naar de supermarkt ergens langs een steenweg. Met de trein sta je op twee uur in Amsterdam of Parijs. We zijn ook allemaal bijzonder mobiel geworden, waar dat vroeger toch voorbehouden was aan degenen die rijk waren of beroepsmatig paard en kar nodig hadden. En passant hebben we er ook een wegennet bijgekregen dat in de geschiedenis ongezien is qua uitgestrektheid en kwaliteit. Het is soms moeilijk te geloven, maar amper zestig jaar geleden was een reis naar de zee nog een heel avontuur en had België geen autosnelwegen.

Het moet voor degenen aan het begin van die revolutie moeilijk geweest zijn om de toekomst te voorspellen. Wie zou in 1900 kunnen voorspeld hebben dat ik, achterkleinzoon van een kroostrijke boer in de voorkempen, in Brussel zou gaan werken, 0% van mijn eten zelf zou verbouwen (hoewel, de radijzenoogst van ons 1m²-tuintje was niet slecht) en dat mijn buurman een Belg-van-Turkse-afkomst zou zijn.

E-post

Elektronische post

Toen e-mail ontstond en (relatief) aansloeg, ergens in de jaren ’70, was dat de schrik van de posterijen. Zij zouden geheel en al overbodig worden. Maar de realiteit is toch radicaal anders uitgedraaid, en had toen niet kunnen voorspeld worden.

Pakjesdiensten (ook die van bPost zelf) doen dankzij e-shopping gouden zaken. Via professionele webshops, maar ook via de wereldwijde particuliere rommel- en ruilmarkt die het web geworden is.

Haast niemand stuurt nog persoonlijke brieven, tenzij als gimmick of om nostalgische redenen. Wie in het buitenland werkt, woont of studeert, die houdt contact via Facebook, e-mail en vaak ook een blog. Daar is zelfs e-mail naar het achterplan verschoven voor alles behalve strikt persoonlijke communicatie.

Opvallend, officiële diensten worstelen nog steeds met elektronische communicatie. Want een postadres, dat is centraal geregistreerd en ligt vast. Een e-mailadres is vluchtig en onbestemd. Dat wordt nog bemoeilijkt door het spamprobleem: de verzender kan gratis versturen, maar de ontvanger spendeert altijd geld en energie om e-mail te downloaden.

Het eenvoudige feit dat e-mail maar vaag verbonden is met een fysiek persoon zorgt ervoor dat bepaalde communicatie eigenlijk nog het eenvoudigst en meest zeker via de klassieke post verloopt. Het is pas sinds een paar jaar dat fatsoenlijke identificatie online mogelijk is op een niet al te omslachtige manier. En het zal nog lang zo blijven dat de klassieke post en elektronische communicatie (niet enkel e-mail) complementair zijn aan elkaar.

Dus die angst van de posterijen, die is uitgekomen als het gaat over brieven van nichtje X aan tante Y of tussen pennevrienden. Maar er zijn andere dingen voor in de plaats gekomen, die uiteindelijk lucratiever zijn. De posterijen hebben nog een hele toekomst, maar het zijn andere bedrijven geworden.

Het gesproken dagblad

Vroeger waren er kranten, en later het bioscoopjournaal. Vanaf de jaren zestig brak televisie door, en ook het televisiejournaal. Paniek in media- en entertainmentland. Kranten zouden sterven, de bioscoop ook. En zeker de radio.

Maar ook dat is anders uitgedraaid. TV heeft kranten en de bioscoop radicaal veranderd en geherdefinieerd, maar niet doen verdwijnen. Radio is compleet veranderd, maar niet verdwenen. Het TV-journaal is iets anders dan een krant die voorgelezen wordt. Dat is nu evident, maar bij het eerste ‘gesproken dagblad’ op de radio in 1931 was dat toch de logica. Hoe had het, toen, ook anders kunnen zijn? Wie had zich ooit een wereld kunnen voorstellen met reality-soaps, actua-talkshows en politici die doorbreken door aan een TV-spel mee te doen.

Televisie heeft de samenleving radicaal veranderd. Van de eerste naïeve visie als ‘venster op de wereld’ tot afstompende uitlach-TV, onze populaire cultuur is dicht verweven met wat TV voorschotelt. Heelder vormen van cultuurbeleving (en cocreatie) zijn een heel andere rol gaan spelen in een wereld waar televisie de dominante vorm van ontspanning werd.

Voor mij heeft het Internet TV geheel verdrongen. Maar het is niet hetzelfde. Alles is on-demand en multimediaal. Het concept van een vast uitzenduur vind ik inmiddels achterhaald, en dus ook het idee van een avondvullend zendschema. Ik ben ervan overtuigd dat dit binnen afzienbare tijd voor de meesten zo zal zijn, maar we zullen zien.

eMagazines

De gedrukte pers is in crisis. Advertentie-inkomsten zijn in vrije val en iedereen gaat aan de iPad. Is papier dood? Ja en nee, dus, volgens mij. Via iTunes verkochte magazines en kranten maken momenteel breed opgang, maar als je ’t mij vraagt is dat van voorbijgaande aard. Het web is een dermate sterk en open medium, dat het uiteindelijk zal overwinnen. Dat is de afgelopen twintig jaar altijd al zo gegaan. De browser, gekoppeld aan HTML, het is een ijzersterke combinatie.

Het is ook een illusie, zo’n digitaal iTunes magazines. Meestal een licht aangepaste versie van de papieren publicatie, waar doorheen geswipet kan worden. Het vertaalt een oud concept naar een nieuwe context. En dat is een leuke eerste stap, maar niet meer dan dat. Het is zeker niet de toekomst. Er zal meer geïnvesteerd worden in door inhoud aangedreven websites, die niet langer een verlieslatend aanhangsel zijn van gedrukte publicaties. Er zullen meer intelligente vormen van online reclame ontstaan, en er zal ook meer voor betaald worden. Sommige websites zullen succesvol betalend worden, door zich te richten op belangrijke niches. Er zullen nog altijd gedrukte magazines blijven bestaan. Minder dan nu, maar ook niet weinig. Het gratismodel van bladen als Zone03, Metro en Vacature heeft bewezen dat het kan.

Wat in elk geval niet zal gebeuren, is dat tijdschriften digitaal zullen worden. Het zal iets anders zijn, iets dat we nu amper kunnen vermoeden.